donderdag 4 juli 2019



OVERWEGING EVANGELIE LUCAS 10, 1-9;
14e zondag door het jaar

Zending van de tweeënzeventig
1 Hierna wees de Heer nog tweeënzeventig anderen aan en zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij zelf nog komen zou. 2 Hij zei tegen hen: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst. 3 Ga nu, maar weet wel, Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven. 4 Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, en groet onderweg niemand. 5 Als je bij iemand in huis komt, zeg dan eerst: “Vrede aan dit huis.” 6 Woont daar een vredelievend mens, dan zal jullie vrede op hem rusten; zo niet, dan zal die naar jullie terugkeren. 7 Blijf in dat huis en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Trek niet van het ene huis naar het andere. 8 Als je in een stad komt waar men je ontvangt, eet dan wat men je voorzet. 9 Genees er de zieken en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God is nu dichtbij u gekomen.”

Suggesties voor schriftlezingen

1 Js 44, 6 -8: Wees niet angstig of radeloos
2 Heb 12, 1 – 3: Standhouden in de beproeving
3 Lc 10, 1 – 9: Overwinnen van angst door Gods Geestkracht

INLEIDENDE NOTITIES

Wat ik in de tekst gelezen heb.
Wat mij opvalt is dat Jezus bij de zending van de 72 zulke korte instructies geeft: Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, groet niemand, zeg simpelweg “vrede aan dit huis”, blijf in dit huis, eet en drink wat men je aanbiedt. Waarom zo kort en krachtig, waarom geen uitgebreide voorbereiding op de confrontaties die de gezondenen ongetwijfeld zullen wachten?
Heeft dit misschien iets te maken met de vastberadenheid waarmee Jezus zijn opgang naar Jeruzalem begint? Dit zendingsverhaal doet mij denken aan de geestkracht die over de volgelingen van Jezus kwam met Pinksteren. Alleen: het is nog lang geen Pinksteren, de zendelingen zullen naar plaatsen gaan waar Jezus nog moet komen. Wat staat hun te wachten? Lijkt hun zending daarmee ook niet een beetje op die van Johannes de Doper die de weg van de Heer recht moest maken?

Wat de tekst bij me oproept.
Toen ik dit evangelie voor het eerst las, merkte ik, mij verplaatsend in de gezondenen die te horen kregen dat zij als lammeren onder de wolven zouden worden gestuurd, een zekere angst om daarbij, net zoals Johannes, mijn kop te verliezen. Tot ik mij realiseerde dat ik, toen ik op mijn geestelijke weg de kracht van Gods Geest ontving, zó gedreven was, dat ik vastbesloten was de moeilijkheden het hoofd te bieden. Is het niet zo dat bekering, begeestering en beproeving onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn? Er moet toch iets zijn van geraakt worden, begeesterd zijn, je er niet druk om maken dat je persoonlijk succesvol zult zijn, maar dat het gaat om het met elkaar samen nabij brengen van het Koninkrijk Gods?

OVERWEGING LUCAS 10, 1-9;
OVERWINNEN VAN ANGST DOOR GODS GEESTKRACHT

Wat mij opvalt is dat Jezus bij de zending van de 72 zulke korte instructies geeft: Neem geen beurs mee, geen reistas en geen schoenen, groet niemand, zeg simpelweg “vrede aan dit huis”, blijf in dit huis, eet en drink wat men je aanbiedt. Waarom zo kort en krachtig, waarom geen uitgebreide voorbereiding op de confrontaties die de gezondenen ongetwijfeld zullen wachten? Heeft dit misschien iets te maken met de vastberadenheid waarmee Jezus zijn opgang naar Jeruzalem begint? Dit zendingsverhaal doet mij denken aan de geestkracht die over de volgelingen van Jezus kwam met Pinksteren. Alleen: het is nog lang geen Pinksteren, de zendelingen zullen naar plaatsen gaan waar Jezus nog moet komen. Wat staat hun te wachten? Lijkt hun zending daarmee ook niet een beetje op die van Johannes de Doper die de weg van de Heer recht moest maken? Wat in ieder geval zal helpen is het besef dat het hier niet gaat om een eenmansactie, want er zijn maar liefst 72 gezondenen, die, samen met de 12 leerlingen die Jezus al geroepen heeft, de opdracht krijgen om het Koninkrijk Gods aan te kondigen. Het getal 84 (12 x 7) symboliseert immers de totaliteit van het Volk Gods. Toen ik dit evangelie voor het eerst las, merkte ik, mij verplaatsend in de gezondenen die te horen kregen dat zij als lammeren onder de wolven zouden worden gestuurd, een zekere angst om daarbij, net zoals Johannes, mijn kop te verliezen. Tot ik mij realiseerde dat ik, toen ik op mijn geestelijke weg de kracht van Gods Geest ontving, zó gedreven was, dat ik vastbesloten was de moeilijkheden het hoofd te bieden. Is het niet zo dat bekering, begeestering en beproeving onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn? Er moet toch iets zijn van geraakt worden, begeesterd zijn, je er niet druk om maken dat je persoonlijk succesvol zult zijn, maar dat het gaat om het nabij brengen van het Koninkrijk Gods? Als ons dus iets moeilijks te wachten staat op onze weg naar het Koninkrijk Gods, laten we dan, in ons gebed om de kracht van Gods Geest, denken aan al die keren dat we moedig en vastberaden conflicten en confrontaties het hoofd hebben geboden. We doen het immers toch niet voor onszelf, we doen het toch niet alleen, maar samen?

SLOTGEBED:

Goede God, Uw zoon heeft de zendelingen erop uitgestuurd om Uw boodschap van vrede te verkondigen aan uw volk. Geef ons de kracht van Uw geest, om onze angst te overwinnen als wij moeilijkheden tegenkomen op de weg die u met ons gaat. Amen