woensdag 11 januari 2017

WACHTER NAAST HET KRUIS 

door Joost Koopmans; Roerom april 2008





De Titus Brandsma Gedachteniskerk in Nijmegen is een centrum van karmelitaanse spiritualiteit. Het gebouw alleen al heeft een 'iconografisch programma' te bieden: ramen en muurschilderingen vormen een zodanige eenheid, dat van een boodschap sprake is. Die boodschap wordt als een spiegel voorgehouden aan ieder die met aandacht de kerk bezoekt en zich opent voor haar geestelijke ruimte. Dankzij 'kerkwachten' is de kerk 's zondags én alle dagen van de week te bezichtigen of liever 'te ondergaan'. Met Frans Pernot, kerkwacht, heb ik een gesprek. Wat bezielt hem zo'n hele dag in de kerk te zijn?

Frans Pernot (57) is afkomstig uit Limburg. Zijn religieuze opvoeding was wel katholiek, maar niet streng. Op zijn twintigste ging hij psychologie studeren. 'Vooral om mezelf beter te begrijpen.' Om dit zelfonderzoek te verdiepen ging hij zich specialiseren in astrologie. In 1984 studeerde hij, als eerste psycholoog in Nederland, af op een scriptie over de integratie van persoonlijkheidspsychologie en astrologie. Op basis van de Waarderingstheorie en Zelfconfrontatiemethode van de psycholoog Hubert Hermans ontwikkelde Frans een methodiek van astrologisch georiënteerd zelfonderzoek in samenwerking met een begeleider. Maar door zich volledig te identificeren met wat de horoscoop over zijn karakter zei, raakte Frans in een crisis.

Holle spiegel

Frans vertelt wat hem overkwam. 'Geloof in astrologie en het beoefenen daarvan kan resulteren in gelijkvormigheid aan de wereld. Je ontleent je identiteit en je houvast aan iets buiten je, iets wat net als jezelf geschapen is. Vanuit je tijdruimtelijk gesitueerd zijn projecteer je je psyche op de buitenwereld en haalt deze vervolgens weer naar binnen. Als je niet uitkijkt raak je verstrikt in wat ik je horospook noem, een gigantische holle spiegel waarin je jezelf opsluit, een spinnenweb waar je niet meer op eigen kracht uitkomt. Dit is mij althans overkomen en ik ben zeker niet de enige.'

Van bijgeloof...

'Ik kwam tot het besef dat de astrologie, die ik altijd gezien heb als een voorwetenschappelijke manier om de werkelijkheid weer te geven en te begrijpen, een soort bijgeloof voor me was geworden, mijn enig houvast. Maar mijn leven raakte totaal ontwricht; ik had geen enkele zekerheid meer. De astrologie had mijn leven totaal versnipperd. Ik moest eruit gehaald worden en dat was alleen maar mogelijk door radicaal met de astrologie te breken. Ik had therapeutische hulp nodig, zocht ook een pastor op, ging bidden en vieren. En wat geen enkele psychotherapie voor elkaar kreeg: ik raakte mijn levensangst kwijt en kwam tot gemoedsrust.'

... tot geloof

'Waarom dit zo werkte is voor mij nu evident. Alleen een relatie met de levende Christus kan je bevrijden van krachten en machten die je gevangen houden. Astrologie gaat over het micro-macrokosmische betrekkingsgebeuren, spiritualiteit over het godmenselijk betrekkingsgebeuren. Daarin word je omgevormd tot wie je wezenlijk bent, kind van God, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Het is een misverstand dat God en macrokosmos identiek zijn. God is de Schepper en de rest is geschapen. In de astrologie zie je jezelf weerspiegeld in de sterren, maar de sterren zien jou absoluut niet. Je bevestigt jezelf als uniek wezen, maar je wordt ook verschrikkelijk eenzaam. God die van mij houdt en mij volledig aanvaardt en bevestigt in mijn persoon zijn, heeft mij daarentegen laten weten: 'Ik zal jouw zon, jouw maan, jouw sterren zijn, ik zal altijd bij jou zijn.'

Een Pinksterervaring

'Heel ingrijpend was de dood van mijn moeder, die ik intensief op haar sterfbed heb begeleid. Zij had al geruime tijd last van hartzwakte en leed veel pijn als gevolg van beknelde zenuwen. In het jaar voor haar overlijden, toen ik zelf in mijn crisis zat, heb ik intensief contact met haar gehad. Met Pasen 1996 kon ik haar vertellen over mijn religieuze ommekeer. Zij merkte dat ik nog nooit zoveel gemoedsrust had getoond en het was alsof ze toen pas haar zorg en bezorgdheid voor mij kon loslaten. Een week later ging ze razendsnel achteruit en daags voor Hemelvaart zei ze dat ze zou gaan sterven. Na de ziekenzalving moest ze echter nog tien dagen lang een heftige doodstrijd doorstaan en op Pinksterzaterdag overleed ze. In die tien dagen heb ik veel voor en met haar gebeden. Ik ben, zeg maar, met haar meegegaan tot de hemelpoort. Tussen haar overlijden en begrafenis voelde ik mij zo sterk geraakt door Gods geestkracht dat ik het een pinksterervaring zou willen noemen. Het leek wel of ik iets proefde van het eeuwige leven dat ons wacht wanneer we sterven. In ieder geval voelde de dood van mijn moeder voor mij als een spirituele geboorte en ik wilde een religieus leven gaan leiden.'

Omvorming

'Toen ik mijn leven weer op de rails kreeg, heb ik vier jaar geestelijke begeleiding ontvangen van een aan het Titus Brandsma Instituut opgeleide religieus. Zij heeft mij geholpen om, na jaren van turbulentie, van doorbraak- en afbraakervaringen, stabiliteit te vinden in mijn geestelijk leven en dit in te bedden in mijn dagelijks leven. In de Karmelspiritualiteit vond ik woorden en beelden voor mijn levensverhaal. Ze vormde mij om van iemand die zichzelf zocht naar iemand die zich door God laat vinden.'

De Karmel

'In de open kloostergemeenschap van de karmelieten in Nijmegen heb ik mijn spiritueel thuis gevonden. Zij biedt mij een evenwicht tussen gebedsleven, gemeenschapsleven en werkzaam leven. Mijn vrijwilligerswerk bij het Titus Brandsma  Memorial is een mix van hart-, hoofd-, en handactiviteit. Als kerkwacht heb ik rust en ruimte voor contemplatie. Als mede-redacteur van de Nieuwsbrief van het Titus Brandsma Memorial bevorder ik verspreiding van informatie en communicatie en als lid van de groep die de Tuin van Titus bijhoudt, mag ik lekker in de aarde wroeten. Zoals de astrologie mij versnipperde, zo heeft deze spiritualiteit mij teruggebracht naar de eenvoud.'

Vrij voor God

Kerkwacht zijn vat Frans dus op als een vorm van contemplatie. Dit gebouw binnengaan is een geestelijke ruimte binnenkomen. In een veelkleurig palet van muurschilderingen en glas-in-lood-ramen ontvouwt zich hier namelijk een 'icoon van christelijk leven'. Voor de trappen van het voormalig priesterkoor bevindt zich in het midden een groot liggend houten kruis waarop de gedachteniskruisjes worden gelegd voor mensen die vanuit deze kerk zijn begraven of gecremeerd. 'Ik voel me hier als wachter naast het kruis', zegt Frans. 'We komen er samen als volk van God om te vieren en op dagen dat ik de wacht houdt, maak ik me helemaal vrij voor God en voel me opgenomen in zijn ruimte. Als bezoekers er om vragen, maak ik met hen een rondgang door de kerk. Zo kan ik ook met anderen delen wat deze ruimte te bieden heeft. Naast dit vrijwilligerswerk ben ik ook nog actief in twee verpleeghuizen. In het contact met dementerende ouderen ervaar ik datgene wat mij erg veel voldoening schenkt: eenvoud, ongedwongenheid met een lach en een traan, nabijheid.'

De Titus Brandsma Gedachteniskerk aan het Keizer Karelplein in Nijmegen/Centrum is open van 8.00 tot 16.00 u.; op maandag, vrijdag en zondag van 10.00 tot 16.00 u.





VIER EVANGELIES OVER DE DOOP VAN DE HEER

Opmerkelijk is hoe de vier evangelieverhalen de Doop van de Heer verschillend weergeven. Ik heb de verschillen die ik zie benoemd en in een schema weergegeven.

Evangelie Lucas: perspectief van de geschiedschrijver; de Geest daalt over Jezus neer als hij in gebed is

LUCAS 3; JEZUS DOOR JOHANNES GEDOOPT
21 Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging 22 en de heilige Geest in lichamelijke gedaante, als een duif, over Hem neerdaalde, en een stem uit de hemel sprak: 'Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.'

Evangelie Marcus:  oorspronkelijk perspectief van Jezus zelf; hij ziet; bronervaring 

MARCUS 1; JEZUS DOOR JOHANNES GEDOOPT
9 In die tijd vertrok Jezus uit Nazaret in Galilea en liet zich in de Jordaan door Johannes dopen. 10 En op hetzelfde ogenblik dat Hij uit het water opsteeg, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen. 11 En er kwam een stem uit de hemel: 'Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde; in U heb Ik welbehagen.'

Evangelie Johannes:  perspectief van Johannes de Doper, getuigenis dat hij de Geest heeft zien nederdalen

JOHANNES 1: HET GETUIGENIS VAN JOHANNES DE DOPER
29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toekomen en zei: “Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt. 30 Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik. 31 Ook ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.” 32 Verder getuigde Johannes: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. 33 Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. 34 Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.”

Evangelie Mattheus: de evangelist wil ons laten zien, dat Jezus de Geest over hem zag neerdalen; wij zullen zelf zien, en getuigen als wijzelf vervuld worden van de Geest; perspectief van Pinksteren.

MATTHEUS 3; JEZUS DOOR JOHANNES GEDOOPT
13 In die tijd kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen. 14 Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: “Ik heb uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij?” 15 Jezus antwoordde hem: “Laat nu maar; want zo past het ons al wat is vastgesteld te volbrengen.” Toen liet hij hem toe. 16 Nadat Jezus gedoopt was, steeg hij terstond uit het water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; 17 en een stem uit de hemel sprak: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.”








maandag 9 januari 2017

DOOP VAN DE HEER



JOHANNES 1, 29-34: HET GETUIGENIS VAN JOHANNES

     [29] De* volgende dag zag hij Jezus, terwijl die naar hem toe kwam. ‘Daar is het lam* van God,’ zei hij, ‘degene die de zonde van de wereld wegneemt. [30] Hij is het van wie ik zei: “Na mij komt iemand die mijn meerdere is, want vóór mij was Hij er al.” [31] Ikzelf wist niet wie het zou zijn, maar omdat Hij aan Israël* moest worden geopenbaard, daarom ben ik komen dopen in water.’ [32] En Johannes getuigde: ‘Ik heb gezien hoe de Geest als een duif uit de hemel neerdaalde en op Hem bleef rusten. [33] Ikzelf wist niet wie het zou zijn, maar Hij die mij gezonden had om te dopen in water, had mij gezegd: “Als je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en op Hem blijft rusten, dan weet je: Hij is degene* die doopt in heilige Geest.” [34] Ik heb het gezien, en mijn getuigenis luidt: dit is de Zoon van God.’


SUGGESTIES VOOR SCHRIFTLEZINGEN

Bekering en verlossing van schuld.
1 Joël 2, 12-14: Oproep tot bekering.
2 Romeinen 8, 14-17: Leven volgens de Geest
3 Joh 1, 29-34: Bekering en verlossing van schuld.


INLEIDENDE NOTITIES

Wat ik in de tekst gelezen heb.

Kern van deze perikoop is volgens mij dat Johannes de Doper Jezus aanduidt als Lam van God, d.w.z. als Zoon van God, die wegneemt de zonde van de wereld, doordat hij, niet zoals Johannes, doopt met water, maar doopt in de Heilige Geest. De doop met water symboliseert het sterven van aan jezelf, het tot inkeer komen, beseffen dat je in het verkleefd raken met het eindige en het terugbuigen op jezelf opgesloten bent geraakt in jezelf, vervreemd van God, die jou geschapen heeft naar Zijn beeld en gelijkenis. Deze omkeer, dit leeg worden van jezelf is noodzakelijk om ontvankelijk te worden voor de doop in de Geest, het vervuld raken met de liefdevolle genade van God, die ons bevrijdt van de schuld die wij ervaren in het niet kunnen voldoen aan het ideaalbeeld wat wij van onszelf hebben gemaakt. Dit schuldgevoel hangt samen met het beeld wat wij ons gevormd hebben van God, als degene die ons beoordeelt en veroordeelt in ons tekort schieten ten opzichte van Hem.

Wat de tekst bij mij oproept.

Deze tekst roept heel veel bij me op, diepe dankbaarheid vooral. Meer dan twintig jaar geleden heb ik deze omkeer, in de Veertigdagentijd, en doop in de Geest, met Pinksteren, zelf meegemaakt. Ik kwam tot het besef dat ik me, in de vereenzelviging met het beeld wat ik van mezelf gevormd had in de jarenlange beoefening van psychologie en astrologie, had opgesloten in mijn zelfbespiegeling, in een door mijzelf opgebouwde constructie waarin alles wat er met mij gebeurde een zinvolle betekenis kreeg. Door hiermee te breken werd ik in één keer bevrijd van een diep gewortelde levensangst, en vervuld met pure levensvreugde, in het besef dat God mij nabij is, en van mij houdt.




OVERWEGING 

JOHANNES 1, 29-34; BEKERING EN VERLOSSING VAN SCHULD

Johannes de Doper duidt Jezus aan als Lam van God, als Zoon van God, die wegneemt de zonde van de wereld. Hij doopt, niet zoals Johannes met water, maar in de Heilige Geest.
In de doop met water sterven wij aan onszelf, komen we tot inkeer, beseffen we dat we in het verkleefd raken met het eindige en het terugbuigen op onszelf, opgesloten zijn geraakt in onszelf, vervreemd van God, die ons geschapen heeft naar Zijn beeld en gelijkenis. Onze eigenwaan, het waanidee dat de mens oorzaak is van zichzelf, moet gebroken worden. Deze omkeer, dit leeg worden van onszelf is noodzakelijk om ontvankelijk te worden voor de doop in de Geest, het vervuld raken met de liefdevolle genade van God, die ons bevrijdt van de schuld die wij ervaren in het niet kunnen voldoen aan ons zelf- en ideaalbeeld. Ons schuldgevoel hangt samen met ons beeld van God, als degene die ons beoordeelt en veroordeelt in ons tekort schieten ten opzichte van Hem en onze medemens. 

In de doop van Jezus zien we dat het ondergaan van de doop met water, en de doop in de Geest bij elkaar horen. Het is een gelijktijdige voltrekking van omvorming in hervorming, omvorming in gelijkvormigheid, en omvorming in liefde (terminologie van Kees Waaijman). Het komen tot inkeer is wel een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde, om verlost te worden van de blik waarmee je jezelf veroordeelt (en anderen jou veroordelen). We hebben een Godmenselijk omvormingsmodel nodig, dat wij kunnen navolgen. Jezus ondergaat, net zoals wij de doop met water, daarin is Hij gelijkvormig aan ons. In het oprijzen uit het water daalt de Geest als een duif uit de hemel op Hem neer, en laat God ons weten: “Dit is mijn geliefde Zoon, in wie ik vreugde vind” (Matteüs 3, 16-17).

Als wij Christus werkelijk navolgen, als wij Zijn weg met ons durven te gaan, kijken wij niet langer met onze eigen ogen naar onszelf, maar ervaren wij onszelf als geliefde kinderen van God. Was het bij het komen tot inkeer nog zo dat wij gedreven werden door de angst om voorgoed verloren te gaan, vanaf nu is het de liefde van en voor God die ons ertoe beweegt steeds meer op Hem te gaan gelijken, door alle beproevingen heen die ons ongetwijfeld nog staan te wachten …

Als ik deze evangelietekst lees, voel ik nog steeds dankbaarheid. Meer dan twintig jaar geleden heb ik deze omkeer, in de Veertigdagentijd, en doop in de Geest, met Pinksteren (de dag na het overlijden van mijn moeder die ik op haar sterfbed begeleid heb), zelf meegemaakt. Ik kwam tot het besef dat ik me, in de vereenzelviging met het beeld wat ik van mezelf gevormd had in de jarenlange beoefening van psychologie en astrologie, had opgesloten in mijn zelfbespiegeling, in een door mijzelf opgebouwde constructie waarin alles wat er met mij gebeurde een zinvolle betekenis kreeg. Door hiermee te breken werd ik in één keer bevrijd van een diep gewortelde levensangst, en vervuld met pure levensvreugde, in het besef dat God mij nabij is, en van mij houdt.


GEBED

Jij, die ons hart en onze zinnen vormt, dat wij ons omkeren naar jou, om vervuld te raken van jouw eindeloze liefde.