woensdag 24 januari 2018


BEVRIJDING VAN HET HART
Overweging Marcus 1, 21 - 28



Genezingen in Kafarnaüm
21 Ze trokken naar Kafarnaüm. De eerste de beste sabbat ging Hij naar de synagoge en gaf er onderricht. 22 Ze waren geestdriftig over zijn leer, want Hij onderrichtte hen als iemand met gezag, en niet als de schriftgeleerden. 23 En meteen begon er in hun synagoge iemand die in de greep was van een onreine geest, luid te krijsen: 24 ‘Wat wilt U van ons, Jezus van Nazaret? Bent U gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie U bent: de Heilige van God!’ 25 Jezus strafte hem af: ‘Houd uw mond en ga uit hem weg.’ 26 En de onreine geest schudde hem door elkaar en onder enorm geschreeuw ging hij uit hem weg. 27 Ontzetting greep allen aan, zodat ze zich samen afvroegen: ‘Wat is dat toch? Een nieuwe leer, met gezag! Zelfs de onreine geesten geeft Hij bevelen, en ze luisteren naar Hem.’ 28 Als een lopend vuurtje ging zijn faam rond in heel Galilea.


Suggesties voor schriftlezingen

BEVRIJDING VAN HET HART

1.    Ez. 11, 14-20: Een nieuw hart

2.    1 Joh 3, 11-24: Groter dan ons hart

3.    Mc 1, 21-28: Bevrijding van het hart

INLEIDENDE NOTITIES

Wat ik in de tekst gelezen heb.

Wat mij in het begin van het Marcus evangelie opvalt is de directheid en de onmiddellijkheid in de gebeurtenissen en het optreden van Jezus. Tijdens zijn onderricht in de synagoge begint er meteen iemand te krijsen die in de greep is van een onreine geest. Opvallend is ook dat de onreine geest als een veelheid aan het licht komt: ‘Wat wilt u van ons, Jezus van Nazareth, bent u gekomen om ons te vernietigen?”. Jezus verjaagt direct de onreine geest uit de ziel van de bezetene, er gaat een enorme bevrijdende kracht van hem uit. Ik vraag me af, waar deze kracht vandaan komt.

Wat de tekst bij me oproept.

Het verhaal van de beproeving van Jezus in de woestijn en dat van de genezing van de bezetene in de synagoge van Kafarnaüm doet me denken aan wat er met je kan gebeuren op de geestelijke weg. De weg naar binnen is een inkeren in jezelf, een afdalen in de krochten van de ziel. Daar huizen allerlei onbewuste krachten, die op verborgen en soms verstorende wijze invloed uitoefenen op je psyche. Ik ben jarenlang bezig geweest met astrologisch georiënteerd zelfonderzoek, om toegang te krijgen tot mijn innerlijk. Omdat ik op die manier verstrikt en opgesloten raakte in mezelf, heb ik moeten breken met de astrologie. Deze ommekeer maakte dat ik bevrijd werd van de veelheid van krachten en machten die mij vervreemdden van God en van mezelf. Ik voelde dat ik door pure genade in de ruimte van God getrokken werd, waar ik tot rust kwam.

OVERWEGING MARCUS 1, 21 – 28: BEVRIJDING VAN HET HART

Wat mij in het Marcusevangelie opvalt is de directheid en de onmiddellijkheid in het optreden van Jezus. Bij de doop in de Jordaan zag Jezus meteen toen hij uit het water kwam de hemel openbreken en de Geest als een duif op zich neerkomen. Meteen daarna drijft de Geest hem weg, recht de woestijn in. Daar leeft hij met de wilde dieren, en weerstaat hij de verleidingen van de duivel. Tijdens zijn onderricht in de synagoge begint er meteen iemand te krijsen die in de greep is van een onreine geest. Opvallend is ook dat de onreine geest als een veelheid aan het licht komt: ‘Wat wilt u van ons, Jezus van Nazareth, bent u gekomen om ons te vernietigen?”. Jezus verjaagt direct de onreine geest uit de ziel van de bezetene, er gaat een enorme bevrijdende kracht van hem uit. Ik vraag me af, of de tegenwoordigheid van Geest, en de eenheid van geestkracht en daadkracht waar Jezus blijk van geeft, voortkomt uit zijn één zijn met de Vader, en of het juist niet die eenheid is, die ons bevrijdt van de veelheid van krachten en machten die de ziel bezet houden, en ons vervreemden van wie wij ten diepste zijn, kinderen van God. Het verhaal van de beproeving van Jezus in de woestijn en dat van de genezing van de bezetene in de synagoge van Kafarnaüm doet me denken aan wat er met je kan gebeuren op de geestelijke weg. De weg naar binnen is een inkeren in jezelf, een afdalen in de krochten van de ziel. Daar huizen allerlei onbewuste krachten, die op verborgen en soms verstorende wijze invloed uitoefenen op je psyche. Voor mijzelf is astrologisch georiënteerd zelfonderzoek jarenlang de weg geweest om mezelf te doorgronden. Spiritueel gezien is zelfonderzoek door middel van horoscopie een terugbuigen op jezelf. Je bekleedt jezelf met de eigenschappen van de wereld, je wordt gelijkvormig aan de wereld. Je moet sterven aan dit zelfbeeld, deze constructie van het ego. Je moet uit je centrum getrokken worden, in de ruimte van God. Je moet leegworden van jezelf om gelijkvormig te worden aan Jezus Christus, om bekleed te worden met de eigenschappen van God. Aangezien ik verstrikt en opgesloten raakte in mezelf, moest ik breken met de astrologie. Hierdoor werd ik bevrijd van de krachten en machten die mij vervreemdden van God en van mezelf. Ik voelde dat ik door pure genade in de ruimte van God getrokken werd, waar ik tot rust kwam. Toen ik later, in een versnelling van het mystieke proces, uit mijn verwarring probeerde te komen door mijn situatie astrologisch te duiden voelde ik een sterke kracht in mij opkomen, die leek op de kracht waarmee Jezus de onreine geest uit de bezetene verdreef. Tijdens een vesperviering in de Goede Week, in de Titus Brandsma Gedachteniskerk, ervoer ik dat mijn hart, dat aanvoelde of het vermorzeld werd, steeds groter werd, en zelfs buiten de begrenzing van mijn lichaam trad. Er ontstond als het ware een 'hartruimte' waarin ik verbleef, en die ruimte werd wijder, en wijder, totdat zij, in mijn beleving, de hele kerk omvatte. Zonder dat ik dat van tevoren wist, werd er op het einde van de viering een lied van Oosterhuis gezongen, 'Omdat Gij het zijt, groter dan ons hart', waarin precies verwoord leek te worden, wat er al een tijdje met mij aan het gebeuren was!

De Geestkracht van God schiep een heilige ruimte in mijn hart, die me doet denken aan het lege midden in de Karmelregel, omgeven door een prachtige gouden cirkel, een krachtige wering tegen alles wat het hart onzuiver maakt. Ook de slotregels van een lied komen in me op: “Wij zijn ontvangen in de ruimte van zijn Naam. Wat zul je dan vervreemden buiten zijn bestaan?” 





GEBED:
Jij, Eeuwige en Ene, die ons bevrijdt van de veelheid van krachten en machten die onze ziel bezet houden, verruim het vermorzelde hart met jouw onmetelijke liefde.