Marcus 6, 7-13
Zending van de twaalf
[7] Hij riep de twaalf bij zich, en begon hen twee aan twee uit te zenden, en Hij gaf hun macht over de onreine geesten. [8] Hij gebood hun om niets mee te nemen voor onderweg dan een stok – geen brood, geen reistas, geen geld in de beurs – [9] wel sandalen aan te doen, maar geen twee stel kleren aan te trekken. [10] Hij zei tegen hen: ‘Als je bij iemand onderdak krijgt, blijf daar dan tot je weer verder reist. [11] En als je ergens niet ontvangen wordt, en ze luisteren niet naar jullie, ga daar dan weg, en stamp het zand van je voeten: een getuigenis tegen hen!’ [12] Ze gingen op weg en riepen op tot bekering. [13] Ze dreven veel demonen uit, zalfden veel zieken met olie en genazen hen.
Suggesties
1. Js 61:1; 1-3: Zending van de profeet.
2. Rom 8, 14-17: God geeft ons een Geest van vrijheid
3. Mc 6, 7-13: Uitgezonden om de bevrijdende boodschap te brengen.
Wat ik in de tekst gelezen heb.
Jezus geeft de twaalf leerlingen de macht om onreine geesten uit te drijven, en zij worden in tweetallen erop uitgezonden naar de omliggende dorpen. Ze mogen niets meenemen, behalve een stok en de sandalen die zij dragen. Ze hebben grote haast. Jezus spoort hen aan om niet teveel tijd te besteden aan mensen die niet ontvankelijk zijn voor hun boodschap. Ze lijken heel kwetsbaar in hun afhankelijkheid van de welwillendheid van degenen tot wie zij gezonden zijn, maar in wezen worden zij gedreven door dezelfde bevrijdende geestkracht, waarmee Jezus is vervuld. Ze zijn innerlijk vrij, want ze maken zich los van alles wat hen houvast en zekerheid geeft. Wat overblijft, is alleen het vertrouwen op God. Net zoals Jezus één is met zijn hemelse Vader, gaan de leerlingen op weg, terwijl ze leven in directe verbondenheid met hun leermeester
Wat de tekst bij mij oproept.
Ik kan me voorstellen dat het bezoek van de leerlingen voor de mensen tot wie zij gezonden zijn nogal overrompelend kan zijn. Ik moet hierbij denken aan evangelisatie aan de deur, waarbij men met volle overtuiging probeert de blijde boodschap over te brengen, en de ander te bekeren. Hierin schuilt het gevaar dat je de bekering dwingend oplegt door allerlei argumenten aan te dragen, emotionele druk uit te oefenen, en zelfs manipulaties niet te schuwen. Je bent zo vol van je overtuigingen dat je geen ruimte biedt voor de ander. Als je daarentegen vervuld bent van Heilige Geest, is er geen eigenwilligheid meer, buig je niet langer terug op jezelf, maar sta je open voor de bevrijdende geestkracht die uitgaat van God. Je bent niet zelf degene die de ander bekeert, maar de bekering wordt van Godswege aan hem/haar voltrokken. In het proces van bekering word de persoon omgevormd tot beeld van God, niet langer ondergeschikt, maar wezenlijk vrij, in vriendschap nevengeschikt aan Jezus Christus, in broederschap met de medemens.
Overweging: Uitgezonden om de bevrijdende boodschap te brengen
Ook de zending van de twaalf wordt, geheel in de stijl van Marcus, zeer beknopt beschreven, zonder omhaal van woorden. Er is sprake van een directe, onmiddellijke overdracht van macht over de onreine geesten, en ze worden linea recta in tweetallen op weg gestuurd naar de omliggende dorpen, zonder iets mee te nemen, behalve een stok en de sandalen die ze dragen. Het lijkt erop dat de leerlingen grote haast hebben, dat heel het gebeuren gericht is op het bekeren van zoveel mogelijk mensen in een zo kort mogelijke tijd. Ook moeten de leerlingen niet veel tijd besteden aan mensen die niet ontvankelijk zijn voor hun boodschap. Daarmee laten ze ook de teleurstelling over de mislukte bekeringspoging achter zich. Ik heb de indruk dat de leerlingen volkomen vrij zijn voor God en hun zendingsopdracht. Het gebrek aan materiële middelen en hun afhankelijkheid van de welwillendheid van degenen tot wie zij gezonden zijn maakt hen kwetsbaar, maar in wezen zijn ze heel krachtig. Het lijkt of ze gedreven worden door dezelfde bevrijdende Geestkracht die Jezus ontving bij zijn doop in de Jordaan, zijn beproeving in de woestijn, en het uitdrijven van demonen bij talloze mensen. Ze zijn innerlijk vrij, want ze maken zich los van alles wat hen houvast en zekerheid geeft. Wat overblijft, is alleen het vertrouwen op God. Net zoals Jezus één is met zijn hemelse Vader, gaan de leerlingen op weg, terwijl ze leven in directe verbondenheid met hun leermeester. Als ik me probeer te verplaatsen in degenen tot wie de leerlingen gezonden zijn, realiseer ik me, dat het bezoek voor hen nogal overrompelend kan zijn. Dit evangelie roept bij mij associaties op met evangelisering aan de deur, waarbij de gezondenen al hun overtuigingskracht en vindingrijkheid inzetten om de blijde boodschap over te brengen en de mensen te bewegen tot een omkeer in hun leven. Er zit een gevaar in de ongebreidelde bekeringsdrift van missionerende godsdiensten, namelijk dat je de bekering dwingend oplegt, en dat je de mensen afhankelijk van je maakt. Dit gaat gepaard met emotionele druk, argumentatie en soms zelfs manipulatie om iemand te overtuigen van een specifieke waarheid, filosofie of wereldbeeld. Hierbij ben je zo vol van je overtuigingen, dat er geen ruimte is voor werkelijke ontmoeting met de ander. Als je daarentegen vervuld bent van Heilige Geest, is er geen eigenwilligheid meer, buig je niet langer terug op jezelf, maar sta je open voor de bevrijdende geestkracht die uitgaat van God. Je bent niet zelf degene die de ander bekeert, maar het proces van bekering wordt van Godswege aan de ander voltrokken. Bekering is gericht op innerlijke transformatie en helpt je om te worden wie je ten diepste bent, kind van God. De persoon wordt omgevormd tot beeld van God, niet langer ondergeschikt, slaaf van onderdrukking en onrecht, maar wezenlijk vrij, in vriendschap nevengeschikt aan Jezus Christus, in broederschap met de medemens.
Gebed
Goede, genadige God, U hebt ons de Geest van uw Zoon Jezus Christus gegeven, een geest zonder slaafsheid en vrees. Dat wij vrijmoedig mogen getuigen van ons geloof, en de ander waarlijk mogen ontmoeten, zonder onze eigen overtuigingen dwingend op te leggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten