dinsdag 21 januari 2025



Lucas 15 1-3; 11-32




Kritiek op Jezus' omgang met zondaars

1 Telkens kwamen alle tollenaars en zondaars naar Hem luisteren. 2 De farizeeën en schriftgeleerden spraken daar schande van en zeiden: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’

Gelijkenis van een vader met twee zonen

11 Hij zei: ‘Iemand had twee zonen. 12 De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij mijn deel van de erfenis.” En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. 13 Niet lang daarna vertrok de jongste zoon met al zijn bezit naar een ver land, waar hij het verkwistte in een losbandig leven. 14 Toen hij alles opgemaakt had, kwam er een zware hongersnood over dat land en ook hij begon gebrek te lijden. 15 Hij zwierf rond tot hij in dienst trad bij een van de inwoners van dat land; die stuurde hem het veld in om varkens te hoeden. 16 Graag had hij zijn honger gestild met het voer dat de varkens aten, maar niemand gaf hem wat. 17 Toen kwam hij tot zichzelf en zei: “Zoveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik verga hier van de honger! 18 Ik ga terug naar mijn vader. Ik zal hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; 19 ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten, behandel me als een van uw dagloners.” 20 En hij ging terug naar zijn vader. Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd; snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem. 21 “Vader,” zei de zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten.” 22 Maar de vader zei tegen zijn slaven: “Haal vlug de mooiste kleren en trek ze hem aan, doe een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten. 23 Haal het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren, 24 want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.” En het feest begon. 25 Maar zijn oudste zoon was nog op het land. Toen hij naar huis kwam, hoorde hij muziek en dans. 26 Hij riep een van de knechten en vroeg wat er te doen was. 27 Die antwoordde: “Uw broer is thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond en wel terug heeft.” 28 Toen werd hij kwaad en hij wilde niet binnenkomen. Daarop kwam zijn vader naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen. 29 Maar hij gaf zijn vader ten antwoord: “Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen met hoeren heeft verbrast, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31 Maar hij zei: “Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat ik heb is van jou. 32 We moeten feestvieren en blij zijn, want die broer van je was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.” ’


Suggesties voor schriftlezingen

1. 2 S 6:11-15 De vreugde van David om de Ark

2. Rom 14,17-19 De vreugde van het koninkrijk Gods

3. Lc 15 1-3;11-32 De vreugde van de ommekeer


INLEIDENDE NOTITIES

Wat ik in de tekst gelezen heb.

De tollenaars en zondaars voelen zich aangetrokken tot Jezus, want ze komen telkens weer naar hem luisteren. Hij veroordeelt hen niet, maar helpt ze hun weg naar God terug te vinden. De jongste zoon toont berouw door tegen zijn vader te zeggen dat hij gezondigd heeft. De vader reageert echter vol vreugde om zijn terugkeer. In zekere zin is het verhaal van de verloren zoon een opstandingsverhaal dat vooruitwijst naar de vreugde van Pasen. De vader zegt immers tegen de oudste zoon dat zijn broer dood was, en weer levend is geworden, dat hij verloren was en is teruggevonden.

Wat de tekst bij mij oproept.

Dit evangelie raakt me telkens weer diep, omdat ik zelf een ingrijpend bekeringsproces heb doorgemaakt toen ik in een existentiële crisis verkeerde. Mijn diepgewortelde bestaansangst verdween als sneeuw voor de zon, en ik voelde een diepe dankbaarheid voor het leven dat ik van Godswege ontving. Het was alsof ik de vreugde voelde in de hemel om mijn terugkeer. Dit evangelie doet me ook verlangen naar een ommekeer in de toestand waarin de wereld momenteel verkeert. Ik maak me ernstig zorgen om de wereldvrede die van alle kanten bedreigd wordt. Hoe kan de toenemende polarisatie en boosheid in de maatschappij veranderen in wederzijds begrip en werkelijke compassie?


Overweging Lucas 15 1-3; 11-32 DE VREUGDE VAN DE OMMEKEER

Het evangelie van deze vierde zondag van de Veertigdagentijd gaat over de parabel van de Verloren Zoon. Jezus vertelt deze parabel als reactie op de kritiek van de farizeeën en schriftgeleerden op hem, omdat hij met zondaars eet. Het is opmerkelijk dat de tollenaars en zondaars telkens weer naar Jezus komen luisteren. Kennelijk oefent hij een grote aantrekkingskracht op hen uit. Het is niet alleen omdat hij hen niet veroordeelt, maar hij helpt hen ook om hun weg terug te vinden naar God de Vader. Jezus geeft echt om hen, in tegenstelling tot de farizeeën en schriftgeleerden die alleen maar vol oordelen zitten. In de parabel is het in eerste instantie onduidelijk of de jongste zoon echt tot inkeer komt; hij keert immers terug naar huis omdat hij gebrek begint te lijden. Daar staat tegenover dat hij tegenover de vader wel berouw betoont door te zeggen dat hij tegen de hemel en hem gezondigd heeft, en dat hij het niet meer waard is om zijn zoon te heten. Geheel tegen zijn verwachting reageert de vader vol vreugde op zijn terugkeer. Het is daarom heel passend dat dit evangelie is gekozen voor de vierde zondag van de Veertigdagentijd, die ook wel Zondag Laetare wordt genoemd, dit betekent namelijk “verheug u”. De Veertigdagentijd is een tijd van inkeer, en op de helft is er een beslissende omkeer. Wat echt verschil uitmaakt, is dat het bij God niet gaat om vereffening van schuld, maar om vergeving van zonden. Het is de genade van God die de vreugde van de ommekeer teweegbrengt. In zekere zin is het verhaal van de verloren zoon ook een opstandingsverhaal dat vooruitwijst naar de vreugde van Pasen. De vader zegt immers tegen de oudste zoon dat zijn broer dood was, en weer levend is geworden, dat hij verloren was en is teruggevonden. Je kunt je afvragen waarom de oudste zoon zich tekort gedaan voelt. De vader heeft zijn vermogen immers onder beide zonen verdeeld. Alles wat de vader heeft is ook van de oudste zoon. Toch weigert hij om binnen te komen. Daardoor sluit hij zichzelf buiten en heeft hij geen deel aan het feestmaal, dat de vreugde van het Koninkrijk Gods symboliseert. Dit evangelie raakt me telkens weer diep, omdat ik zelf een ingrijpend bekeringsproces heb doorgemaakt toen ik in een existentiële crisis verkeerde. Mijn diepgewortelde bestaansangst verdween als sneeuw voor de zon, en ik voelde een diepe dankbaarheid voor het leven dat ik van Godswege ontving. Het was alsof ik de vreugde voelde in de hemel om mijn terugkeer. Dit evangelie doet me ook verlangen naar een ommekeer in de toestand waarin de wereld momenteel verkeert. Ik maak me ernstig zorgen om de wereldvrede die van alle kanten bedreigd wordt. Hoe kan de toenemende polarisatie en boosheid in de maatschappij veranderen in wederzijds begrip en werkelijke compassie?

GEBED

Goede God, dat wij te allen tijde bereid zijn tot omkeer naar jou, en ons openstellen voor de genade van jouw Zoon Jezus Christus.



 


Marcus 6, 7-13

Zending van de twaalf

[7] Hij riep de twaalf bij zich, en begon hen twee aan twee uit te zenden, en Hij gaf hun macht over de onreine geesten. [8] Hij gebood hun om niets mee te nemen voor onderweg dan een stok – geen brood, geen reistas, geen geld in de beurs – [9] wel sandalen aan te doen, maar geen twee stel kleren aan te trekken. [10] Hij zei tegen hen: ‘Als je bij iemand onderdak krijgt, blijf daar dan tot je weer verder reist. [11] En als je ergens niet ontvangen wordt, en ze luisteren niet naar jullie, ga daar dan weg, en stamp het zand van je voeten: een getuigenis tegen hen!’ [12] Ze gingen op weg en riepen op tot bekering. [13] Ze dreven veel demonen uit, zalfden veel zieken met olie en genazen hen.


Suggesties

1. Js 61:1; 1-3: Zending van de profeet.

2. Rom 8, 14-17: God geeft ons een Geest van vrijheid

3. Mc 6, 7-13: Uitgezonden om de bevrijdende boodschap te brengen. 


Wat ik in de tekst gelezen heb.

Jezus geeft de twaalf leerlingen de macht om onreine geesten uit te drijven, en zij worden in tweetallen erop uitgezonden naar de omliggende dorpen. Ze mogen niets meenemen, behalve een stok en de sandalen die zij dragen. Ze hebben grote haast. Jezus spoort hen aan om niet teveel tijd te besteden aan mensen die niet ontvankelijk zijn voor hun boodschap. Ze lijken heel kwetsbaar in hun afhankelijkheid van de welwillendheid van degenen tot wie zij gezonden zijn, maar in wezen worden zij gedreven door dezelfde bevrijdende geestkracht, waarmee Jezus is vervuld. Ze zijn innerlijk vrij, want ze maken zich los van alles wat hen houvast en zekerheid geeft. Wat overblijft, is alleen het vertrouwen op God. Net zoals Jezus één is met zijn hemelse Vader, gaan de leerlingen op weg, terwijl ze leven in directe verbondenheid met hun leermeester

Wat de tekst bij mij oproept.

Ik kan me voorstellen dat het bezoek van de leerlingen voor de mensen tot wie zij gezonden zijn nogal overrompelend kan zijn. Ik moet hierbij denken aan evangelisatie aan de deur, waarbij men met volle overtuiging probeert de blijde boodschap over te brengen, en de ander te bekeren. Hierin schuilt het gevaar dat je de bekering dwingend oplegt door allerlei argumenten aan te dragen, emotionele druk uit te oefenen, en zelfs manipulaties niet te schuwen. Je bent zo vol van je overtuigingen dat je geen ruimte biedt voor de ander.  Als je daarentegen vervuld bent van Heilige Geest, is er geen eigenwilligheid meer, buig je niet langer terug op jezelf, maar sta je open voor de bevrijdende geestkracht die uitgaat van God. Je bent niet zelf degene die de ander bekeert, maar de bekering wordt van Godswege aan hem/haar voltrokken. In het proces van bekering word de persoon omgevormd tot beeld van God, niet langer ondergeschikt, maar wezenlijk vrij, in vriendschap nevengeschikt aan Jezus Christus, in broederschap met de medemens.

Overweging: Uitgezonden om de bevrijdende boodschap te brengen

Ook de zending van de twaalf wordt, geheel in de stijl van Marcus, zeer beknopt beschreven, zonder omhaal van woorden. Er is sprake van een directe, onmiddellijke overdracht van macht over de onreine geesten, en ze worden linea recta in tweetallen op weg gestuurd naar de omliggende dorpen, zonder iets mee te nemen, behalve een stok en de sandalen die ze dragen. Het lijkt erop dat de leerlingen grote haast hebben, dat heel het gebeuren gericht is op het bekeren van zoveel mogelijk mensen in een zo kort mogelijke tijd. Ook moeten de leerlingen niet veel tijd besteden aan mensen die niet ontvankelijk zijn voor hun boodschap. Daarmee laten ze ook de teleurstelling over de mislukte bekeringspoging achter zich. Ik heb de indruk dat de leerlingen volkomen vrij zijn voor God en hun zendingsopdracht. Het gebrek aan materiële middelen en hun afhankelijkheid van de welwillendheid van degenen tot wie zij gezonden zijn maakt hen kwetsbaar, maar in wezen zijn ze heel krachtig. Het lijkt of ze gedreven worden door dezelfde bevrijdende Geestkracht die Jezus ontving bij zijn doop in de Jordaan, zijn beproeving in de woestijn, en het uitdrijven van demonen bij talloze mensen. Ze zijn innerlijk vrij, want ze maken zich los van alles wat hen houvast en zekerheid geeft. Wat overblijft, is alleen het vertrouwen op God. Net zoals Jezus één is met zijn hemelse Vader, gaan de leerlingen op weg, terwijl ze leven in directe verbondenheid met hun leermeester. Als ik me probeer te verplaatsen in degenen tot wie de leerlingen gezonden zijn, realiseer ik me, dat het bezoek voor hen nogal overrompelend kan zijn. Dit evangelie roept bij mij associaties op met evangelisering aan de deur, waarbij de gezondenen al hun overtuigingskracht en vindingrijkheid inzetten om de blijde boodschap over te brengen en de mensen te bewegen tot een omkeer in hun leven. Er zit een gevaar in de ongebreidelde bekeringsdrift van missionerende godsdiensten, namelijk dat je de bekering dwingend oplegt, en dat je de mensen afhankelijk van je maakt. Dit gaat gepaard met emotionele druk, argumentatie  en soms zelfs manipulatie om iemand te overtuigen van een specifieke waarheid, filosofie of wereldbeeld. Hierbij ben je zo vol van je overtuigingen, dat er geen ruimte is voor werkelijke ontmoeting met de ander. Als je daarentegen vervuld bent van Heilige Geest, is er geen eigenwilligheid meer, buig je niet langer terug op jezelf, maar sta je open voor de bevrijdende geestkracht die uitgaat van God. Je bent niet zelf degene die de ander bekeert, maar het proces van bekering wordt van Godswege aan de ander voltrokken.  Bekering is gericht op innerlijke transformatie en helpt je om te worden wie je ten diepste bent, kind van God. De persoon wordt omgevormd tot beeld van God, niet langer ondergeschikt, slaaf van onderdrukking en onrecht, maar wezenlijk vrij, in vriendschap nevengeschikt aan Jezus Christus, in broederschap met de medemens.

Gebed

Goede, genadige God, U hebt ons de Geest van uw Zoon Jezus Christus gegeven, een geest zonder slaafsheid en vrees. Dat wij vrijmoedig mogen getuigen van ons geloof, en de ander waarlijk mogen ontmoeten, zonder onze eigen overtuigingen dwingend op te leggen.





 




maandag 20 januari 2025


 BRUILOFT TE KANA

Overweging bij Johannes 2, 1-11



1 Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, 2 en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. 3 Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen Hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ 4 ‘Vrouw, wat wilt u van Me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ 5 Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.’ 6 Nu stonden daar voor het Joodse reinigingsritueel zes stenen watervaten, elk met een inhoud van twee à drie metrete. 7 Jezus zei tegen de bedienden: ‘Vul de vaten met water.’ Ze vulden ze tot de rand. 8 Toen zei Hij: ‘Schep er nu wat uit, en breng dat naar de ceremoniemeester.’ Dat deden ze. 9 En toen de ceremoniemeester het water dat wijn geworden was, proefde – hij wist niet waar die vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden wisten het wel – riep hij de bruidegom 10 en zei tegen hem: ‘Iedereen zet zijn gasten eerst de goede wijn voor en als ze dronken zijn de minder goede. Maar u hebt de beste wijn tot nu bewaard!’ 11 Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste teken; Hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in Hem. 12 Daarna ging Hij naar Kafarnaüm, met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen, en daar bleven ze een paar dagen.

Overweging bij dit evangelie

De Bruiloft van Kana vormt het Tweede Lichtgeheim van de rozenkrans. Het water in de zes vaten voor het Joodse reinigingsritueel verwijst naar de doop van Jezus in het water van de Jordaan, en de wijn verwijst naar de doop met de Geest in het Eerste Lichtgeheim. De omvorming van water in wijn wijst ook vooruit naar het Vijfde Lichtgeheim, de instelling van de Eucharistie, waar brood en wijn veranderen in het Lichaam en Bloed van Christus. Deze omvormingsprocessen verwijzen naar de onvoorwaardelijk liefdevolle zelfgave van God in verbondenheid met Zijn volk, waarbij Jezus de Verborgen Bruidegom is. De ogenschijnlijk wrevelige reactie van Jezus op zijn moeder maakt ons ervan bewust dat hij afstand van haar neemt, omdat hij niet alleen zoon van mensen is, maar eerst en vooral Zoon van God. 

Ook wij worden, net als de bruiloftsgasten, uitgenodigd een omvorming in liefde te ondergaan, dat is immers waar de verandering van water in wijn op duidt.. Als bruiloftsgasten maken wij de verandering van water in wijn niet zozeer mee als een uiterlijk waarneembaar gebeuren, maar als een innerlijk gebeuren waarbij we in navolging van Christus worden omgevormd in liefde. Datzelfde geldt ook voor de transsubstantiatie in het Eucharistisch Gebed, waarbij brood en wijn door de inwerking van Gods Geest veranderen in het lichaam en het bloed van Christus.  

Mij spreekt aan, dat Jezus zijn heerlijkheid openbaarde, en dat zijn leerlingen in Hem geloofden. Een bruiloft is een feestelijk gebeuren. Toch is het goed om te beseffen dat de wijn die wij bij de Eucharistie drinken, een liefdesoffer van Godswege is. Dat is pijnlijk, maar ook vreugdevol in het licht van de Verrijzenis. Na het lijden wacht ons immers de eeuwige hemelse vreugde. Ik zie dit terug in de film Des Hommes en Des Dieux, waar de monniken bij een avondmaalviering vol vreugde met elkaar verbonden zijn in Christus, terwijl zij weten dat zij een marteldood zullen sterven.