GOD WERKT IN DE HEILIGE JOZEF

Op 1 mei viert de kerk het feest van de Heilige Jozef, arbeider. Jozef was timmerman; aangenomen kan worden dat Jezus dit beroep van zijn vader leerde en uitoefende, in de 18 jaren tussen de terugvinding in de tempel op 12-jarige leeftijd en het begin van zijn openbare leven met de doop in de Jordaan als hij 30 is. Arbeid is geen koopwaar, statussymbool, middel tot onderdrukking of straf, maar draagt bij aan ontplooiing van de persoonlijkheid, is dienst aan de ander, bouwt de gemeenschap op. Jezus en Jozef heiligen de arbeid. Arbeid is meewerken aan Gods schepping, offergave uit liefde voor anderen, en wordt zo tot een waar gebed en apostolaat. Werken zorgt ervoor dat wij deugdzaam leven, dat ons bestaan een goed doortimmerde, deugdelijke constructie wordt waar God in kan wonen. Het geeft God de kans om werkelijk te worden in ons leven. “Gedaan moet worden door jullie een of ander werk. Dit is de weg, heilig en goed, ga hem” , zegt de Karmelregel. Werken is een integraal deel van de geestelijke weg, zoals Ruusbroec die schetst. In Jezus, Maria en Jozef zijn Geest, Ziel, en Lichaam verenigd. Jozef gaat ons voor in het werkende leven voordat de instorting van de mystieke genade plaatsvindt, Maria in het innige leven, en Jezus in het Godschouwende leven.