LUCAS 13, 1-9
Gelijkenis van een
vijgenboom zonder vruchten
[1] Op dat ogenblik kwamen er mensen bij
Hem met het bericht over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met dat van
hun offerdieren had vermengd. [2] Hij
zei daarop: ‘Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle
andere Galileeërs, omdat hun dit is overkomen?
[3] Geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert, zult u allemaal, net
als zij, omkomen. [4] Of die achttien
die gedood werden toen de Siloam-toren instortte, denkt u dat zij schuldiger
zijn geweest dan alle andere inwoners van Jeruzalem? [5] Geen sprake van. Maar als u zich niet
bekeert, zult u allemaal, net als zij, omkomen.’ [6] Hij vertelde deze gelijkenis: ‘Iemand had
in zijn wijngaard een vijgenboom staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan
zaten, maar vond er geen. [7] Toen zei
hij tegen de wijngaardenier: “Dit is nu al het derde jaar dat ik kom kijken of
er aan deze vijgenboom vruchten zitten, en er geen vind. Hak hem maar om.
Waarom zou hij de grond nog verder in beslag nemen?” [8] De wijngaardenier antwoordde: “Mijnheer,
laat hem dit jaar nog staan, zodat ik de grond eromheen kan omspitten en
bemesten. [9] Wie weet draagt hij dan
volgend jaar vrucht. Zo niet, hak hem dan maar om.” ’
Suggesties voor
schriftlezingen
KEER
JE OM, GA DE WEG TEN LEVEN
1 Jon 3, 1-10: God
zag hoe zij terugkwamen van hun slechte
wegen
2 Hnd 2, 22-28: U hebt mij wegen ten leven gewezen
3 Lc 13, 1-9: Keer
je om, ga de weg ten leven
INLEIDENDE NOTITIES
Wat
ik in de tekst gelezen heb.
Uit dit evangelie trek ik de conclusie dat Jezus
zegt dat wij allen zondaars zijn. Zonde is het niet in verbinding zijn met God,
ons afkeren van God, op de verkeerde weg zijn. Op de wereld gericht zijn, op
aanzien, status, roem, macht. De toehoorders van Jezus denken dat alleen mensen
die narigheid overkomt, deze straf van God verdiend hebben. Maar is het wel een
straf, of meer een gevolg van de verkeerde weg die je inslaat, van God af, een
doodlopende weg? Dat Jezus zegt dat allen die deze weg ten dode gaan op
dezelfde wijze zullen omkomen, slaat niet zozeer op de lichamelijke dood, maar
op de geestelijke dood. Dit wil zeggen dat de ziel verloren gaat. Daarom roept
hij in dit evangelie tweemaal op tot bekering. De Mensenzoon is immers niet
gekomen om ons te straffen, maar om ons te redden. Opvallend in dit evangelie
is dat de wijngaardenier, dat wil zeggen Jezus zelf, de vijgenboom met rust
laat. In plaats daarvan bewerkt hij de grond eromheen, zodat deze zacht en
vruchtbaar wordt. Hieruit leid ik af dat het Jezus te doen is om het zielenheil
van het volk Gods, van deze concrete mens, van ons. Of de boom vrucht zal
dragen, is niet zeker. Waar we wel op kunnen vertrouwen is dat de Mensenzoon
tot het uiterste zal gaan om onze ziel te redden, tot alles is volbracht.
Wat
de tekst bij mij oproept.
Dit evangelie brengt mij op de
gedachte dat onheilsgebeurtenissen ons tot bezinning kunnen
brengen, dat we inzien dat we een verkeerde weg gaan. Ooit ging ik de weg van
de astrologie, om mezelf te onderzoeken en te ontwikkelen, om naam te maken als
eerste psycholoog die afgestudeerd was op een scriptie over het verband tussen
psychologie en astrologie. Beslissend voor mijn omkeer was de zelfmoord van
Michel Gauquelin, een psycholoog die onderzoek deed naar de astrologie. Hij
werd bekritiseerd door de gevestigde wetenschap, maar was ook kritisch op zijn
eigen onderzoeksmethode. Hij maakte een einde aan zijn leven. Dit bracht bij
mij een zodanige schok te weeg, dat ik inzag dat ik op de verkeerde weg was.
Als ik zo door zou gaan, dan zou ik, net zoals Michel Gauquelin, ten onder gaan
aan mijn streven naar erkenning, bekendheid, en aanzien. Ik wilde niet de weg
van het bijgeloof gaan, niet de weg van de doemenden, niet het noodlot tegemoet
gaan. Ik brak met de astrologie en bekeerde me tot het echte geloof in Jezus
Christus. Mijn diepgewortelde levensangst verdween als sneeuw voor de zon, en
ik vond het ware geluk, want dat is wat God wil, dat wij werkelijk gelukkig
worden. Wat mij in dit evangelie raakt is het mededogen van Jezus, zijn
tederheid, zijn zachtheid. Dat heb ik zelf mogen ervaren in mijn
bekeringsproces, hoe heftig het ook was. Voor mij is het ook een uitnodiging om
zelf de weg te gaan die Jezus met ons gaat, de weg van barmhartigheid voor de
naaste die getroffen wordt door onheil, de weg ten Leven.
OVERWEGING LUCAS 13, 1-9: KEER JE OM, GA DE WEG TEN LEVEN
In dit evangelie roept Jezus
zijn toehoorders op tot bekering, anders zullen ze
omkomen, net als de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met dat van hun
offerdieren had vermengd en degenen die gedood werden toen de Siloam toren
instortte. Ze zijn even schuldig, ook al treft hen geen onheil. Wij zijn
vatbaar voor de verleiding om de weg te gaan van zelfbetrokkenheid, van
gerichtheid op de wereld, op het streven naar aanzien, status, roem en macht.
Het is een doodlopende weg. Jezus wil ons hiervoor behoeden. Niet voor de
lichamelijke dood, want wij allen gaan dood, maar voor de geestelijke dood. Als
ons onheil overkomt op de weg ten dode, is dat geen straf, maar een gevolg een
verbroken verbinding met God. Hij wil ons daarvoor waarschuwen, de ziel gaat
verloren, als wij ons van God afkeren. Hij wil ons niet straffen maar redden.
Hij roept ons op om niet de weg van de zelfbetrokkenheid gaan, maar de weg ten
Leven, van betrokkenheid op God, de weg van de onbaatzuchtige liefde. Opvallend
in dit evangelie is dat de wijngaardenier, dat wil zeggen Jezus zelf, de
vijgenboom met rust laat. Wel bewerkt hij de grond eromheen door deze om te
spitten en te bemesten, zodat ze zacht en vruchtbaar wordt. Hieruit leid ik af
dat Jezus is gericht op het heil en de vruchtbaarheid van de ziel. Of de boom vrucht zal dragen, is niet zeker. Waar we wel op
kunnen vertrouwen is dat de Mensenzoon tot het uiterste zal gaan om onze ziel
te redden, tot alles is volbracht. Soms kunnen
onheilsgebeurtenissen ons tot bezinning brengen, en zien we in dat we een
verkeerde weg gaan. Ooit ging ik de weg van de astrologie, om mezelf te
onderzoeken en te ontwikkelen, om naam te maken als eerste psycholoog die
afgestudeerd was op een scriptie over het verband tussen psychologie en
astrologie. Beslissend voor mijn omkeer was de zelfmoord van Michel Gauquelin,
een psycholoog die onderzoek deed naar de astrologie. Hij werd bekritiseerd
door de gevestigde wetenschap, maar was ook kritisch op zijn eigen onderzoeks-methode.
Hij maakte een einde aan zijn leven. Dit bracht bij mij een zodanige schok te
weeg, dat ik inzag dat ik op de verkeerde weg was. Als ik zo door zou gaan, dan
zou ik, net zoals Michel Gauquelin, ten onder gaan aan mijn streven naar
erkenning, bekendheid, en aanzien. Ik brak met de
astrologie en bekeerde me tot het echte geloof in Jezus Christus. Mijn
diepgewortelde levensangst verdween als sneeuw voor de zon, en ik vond het ware
geluk, want dat is wat God wil, dat wij werkelijk gelukkig worden. Als
Jezus het hart beroert met tedere, liefdevolle zachtheid, vol mededogen, zal de
vijgenboom zacht worden en vrucht dragen. Als wij de weg ten Leven gaan, zullen
ook wij zacht worden voor onszelf, en barmhartig voor de naaste die getroffen
wordt door onheil.
Slotgebed
Goede God, lieve Vader in de
Hemel, maak ons gevoelig voor de stem van jouw Zoon Jezus Christus, die ons
oproept om te keren op doodlopende wegen, en ons uitnodigt tot het Nieuwe Leven
in Jouw Tegenwoordigheid.