LUCAS 25, 35-49
[35] Toen vertelden zij wat er onderweg was
gebeurd en hoe ze Hem hadden herkend bij het breken van het brood. [36] Terwijl
zij dit aan het vertellen waren, stond Hij opeens in hun midden. ‘Vrede!’ zei
Hij tegen hen. [37] In hun opwinding en
hun schrik dachten ze dat ze een geest zagen.
[38] ‘Waarom zijn jullie zo in de war?’ vroeg Hij. ‘Waarom die twijfel
in je hart? [39] Bekijk mijn handen en
mijn voeten maar, Ik ben het zelf. Betast Me en je zult het zien. Een geest
heeft immers vlees noch been, zoals jullie zien dat Ik heb.’ [40] Nadat Hij dat gezegd had, liet Hij hun
zijn handen en voeten zien. [41] Omdat
ze het van blijdschap nog niet konden geloven, en verbaasd waren, vroeg Hij
hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’
[42] Ze gaven Hem een stukje gebakken vis. [43] Hij nam het aan en at het op waar ze bij
waren. [44] Hij zei: ‘Dit is wat Ik
jullie heb gezegd toen Ik nog bij jullie was: alles wat er in de Wet van Mozes
en bij de Profeten en in de Psalmen over Mij geschreven staat, moet in
vervulling gaan.’ [45] Toen opende Hij
hun verstand om de Schriften te begrijpen.
[46] Hij zei: ‘Er staat geschreven dat de Messias zou lijden en op de
derde dag uit de doden zou opstaan, [47]
en dat in zijn naam de bekering zou worden verkondigd aan alle volken, tot
vergeving van zonden. [48] Jullie zullen
hiervan getuigen, te beginnen in Jeruzalem.
[49] Ik zend jullie wat mijn Vader heeft beloofd. Jullie moeten in de
stad blijven totdat je wordt toegerust met kracht van boven.’
Suggesties voor schriftlezingen
1. Sir 48, 1-11: Opgewekt uit de dood,
krachtens het
woord van de Allerhoogste
2. Rom 6,
1-11: Bevrijd van de dood.
3. Lc 24, 35-49: Verrijzenis,
een levende godmenselijke werkelijkheid.
INLEIDENDE
NOTITIES
Wat
ik in de tekst gelezen heb.
Wat mij in dit evangelie opvalt
is de onmiddelijke Godservaring die de leerlingen op de avond van de eerste dag
ten deel viel, toen de Emmausgangers aan hen vertelden dat ze de Heer hadden
herkend bij het breken van het brood tijdens de avondmaaltijd. Hij werd voor
hun ogen opnieuw tot leven gewekt. Met de uitnodiging van de Verrezene aan de
leerlingen om Hem aan te raken en het opeten van een stukje gebakken vis dat
zij Hem gegeven hadden, lijkt de evangelist te willen benadrukken dat het hier
niet gaat om een geestverschijning, maar om een levende werkelijkheid, een
gebeuren dat God aan hen voltrekt. Daarvoor moet wel hun verstand worden
geopend om de Schriften te begrijpen. Hiermee grijpt het evangelie vooruit op
het ontvangen van de kracht van de Heilige Geest met Pinksteren.
Wat
de tekst bij mij oproept.
Wat dit evangelie bij mij
oproept, is wat er met de leerlingen gebeurde, wat er aan hen voltrokken werd
toen Jezus voor hun ogen tot leven werd gewekt. Is het niet zo dat ook zij
opnieuw ten leven werden gewekt, nadat zij met Jezus waren gekruisigd en
gestorven? Het doet me ook denken wat ik zelf heb ervaren met Eerste
Pinksterdag 1996, nadat mijn moeder de dag ervoor was overleden en ik op die
avond van binnenuit kracht van haar ontvangen had. Met Pinksteren ontving ik de
kracht van de Geest tijdens het bidden van de Glorievolle Geheimen van de
Rozenkrans. Het was een zeer vreugdevolle ervaring, omdat ook ik opnieuw tot
leven werd gewekt na het sterven aan mezelf in het jaar daarvoor.
OVERWEGING LUCAS 24, 35-49; “VERRIJZENIS, EEN LEVENDE GODMENSELIJKE WERKELIJKHEID”
In dit evangelie lezen we, hoe
Jezus aan de elf leerlingen en hun metgezellen verscheen op de avond van de
eerste dag, nadat hij eerder op die dag met de Emmausgangers een eind
meegelopen was, hen uitlegde wat in heel de Schrift op Hemzelf betrekking had, te
beginnen bij Mozes en alle Profeten, en zij hem herkenden bij het breken van
het brood tijdens de avondmaaltijd. Zij hadden ervaren hoe hun hart werd
verwarmd door hoe Hij onderweg met hun sprak en de Schriften voor hen opende.
Terwijl zij dit aan de elf vertelden, stond Hij opeens in hun midden, sprak een
vredeswens over hen uit, nodigde hen uit Hem aan te raken, en at Hij een stukje
gebakken vis wat zij aan Hem gegeven hadden. Wat opvalt is de onmiddellijkheid
van de Godservaring die de leerlingen ten deel viel, en dat Hij hun verstand
opende om de Schriften te begrijpen toen Hij zei wat Hij had gezegd toen Hij
nog bij hen was, dat alles wat er in de Wet van Mozes en bij de Profeten en in
de Psalmen over Hem geschreven stond, in vervulling moest gaan. Dit doet mij
denken aan de wonderbare vermenigvuldiging van de vijf broden en de twee
vissen. Zou het kunnen zijn dat de broden de Wet, en de vissen de Profeten en
de Psalmen aanduiden? De evangelist lijkt te benadrukken dat het niet gaat om
een geestverschijning, maar om de ervaring van een levende werkelijkheid, een
gebeuren dat God aan hen voltrekt, waarvan zij moeten getuigen, te beginnen in
Jeruzalem. Zij ontvangen de zending die de Vader had beloofd, en krijgen de
opdracht om in de stad te blijven totdat zij worden toegerust met kracht
van boven. Wat dit evangelie bij mij oproept, is wat er
met de leerlingen gebeurde, wat er aan hen voltrokken werd toen Jezus voor hun
ogen tot leven werd gewekt. Is het niet zo dat ook zij opnieuw ten leven werden
gewekt, nadat zij met Jezus waren gekruisigd en gestorven? Het doet me ook denken wat ik zelf heb ervaren op de eerste
Pinksterdag 1996, nadat mijn moeder de dag ervoor was overleden en ik op die
avond van binnenuit kracht van haar ontvangen had. Met Pinksteren ontving ik de
kracht van de Geest tijdens het bidden van het derde glorievolle geheim van de
Rozenkrans, de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen. Het was
een heerlijke, uitzinnige paradijservaring, waarbij ik van vreugde opsprong
omdat God ook mij opnieuw tot leven had opgewekt na het sterven aan mezelf in
het jaar daarvoor. Mét Toon Hermans zing ik het tot op de dag van vandaag uit
van vreugde: “De zon gaat op, de zon gaat onder, de zon gaat op, en lacht aan
je ruit. De zon gaat op, de zon gaat onder, de zon gaat onder, maar zij gaat
niet uit."
GEBED
Eeuwige, Goede God, Onze Vader in de hemel, doe ook ons
met jouw Zoon Jezus Christus opwekken uit de dood, die ons midden in ons leven
overvalt. Dan zullen wij het uitzingen van vreugde om de genade waarmee Jij ons
vervult. Amen.