BEVRIJDING VAN HET HART
Genezingen in Kafarnaüm
21 Ze trokken naar Kafarnaüm. De eerste de beste
sabbat ging Hij naar de synagoge en gaf er onderricht. 22 Ze waren geestdriftig
over zijn leer, want Hij onderrichtte hen als iemand met gezag, en niet als de schriftgeleerden.
23 En meteen begon er in hun synagoge iemand die in de greep was van een
onreine geest, luid te krijsen: 24 ‘Wat wilt U van ons, Jezus van Nazaret? Bent
U gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie U bent: de Heilige van God!’
25 Jezus strafte hem af: ‘Houd uw mond en ga uit hem weg.’ 26 En de onreine
geest schudde hem door elkaar en onder enorm geschreeuw ging hij uit hem weg.
27 Ontzetting greep allen aan, zodat ze zich samen afvroegen: ‘Wat is dat toch?
Een nieuwe leer, met gezag! Zelfs de onreine geesten geeft Hij bevelen, en ze
luisteren naar Hem.’ 28 Als een lopend vuurtje ging zijn faam rond in heel
Galilea.Suggesties voor schriftlezingen
BEVRIJDING VAN HET HART
1.
Ez. 11, 14-20: Een
nieuw hart
2.
1 Joh 3, 11-24: Groter
dan ons hart
3.
Mc 1, 21-28:
Bevrijding van het hart
INLEIDENDE
NOTITIES
Wat ik
in de tekst gelezen heb.
Wat
mij in het begin van het Marcus evangelie opvalt is de directheid en de
onmiddellijkheid in de gebeurtenissen en het optreden van Jezus. Tijdens zijn onderricht in de synagoge begint er
meteen iemand te krijsen die in de greep is van een onreine geest. Opvallend is
ook dat de onreine geest als een veelheid aan het licht komt: ‘Wat wilt u van
ons, Jezus van Nazareth, bent u gekomen om ons te vernietigen?”. Jezus verjaagt
direct de onreine geest uit de ziel van de bezetene, er gaat een enorme
bevrijdende kracht van hem uit. Ik vraag me af, waar deze kracht vandaan komt.
Wat de
tekst bij me oproept.
Het verhaal van de beproeving van Jezus
in de woestijn en dat van de genezing van de bezetene in de synagoge van
Kafarnaüm doet me denken aan wat er met je kan gebeuren op de geestelijke weg.
De weg naar binnen is een inkeren in jezelf, een afdalen in de krochten van de
ziel. Daar huizen allerlei onbewuste krachten, die op verborgen en soms
verstorende wijze invloed uitoefenen op je psyche. Ik ben jarenlang bezig
geweest met astrologisch georiënteerd zelfonderzoek, om toegang te krijgen tot
mijn innerlijk. Omdat ik op die manier verstrikt en opgesloten raakte in mezelf,
heb ik moeten breken met de astrologie. Deze ommekeer maakte dat ik bevrijd
werd van de veelheid van krachten en machten die mij vervreemdden van God en
van mezelf. Ik voelde dat ik door pure genade in de ruimte van God getrokken
werd, waar ik tot rust kwam.
OVERWEGING MARCUS 1, 21 – 28: BEVRIJDING VAN HET HART
Wat
mij in het Marcusevangelie opvalt is de directheid en de onmiddellijkheid in het
optreden van Jezus. Bij de doop in de Jordaan zag Jezus meteen toen hij uit het
water kwam de hemel openbreken en de Geest als een duif op zich neerkomen.
Meteen daarna drijft de Geest hem weg, recht de woestijn in. Daar leeft hij met
de wilde dieren, en weerstaat hij de verleidingen van de duivel. Tijdens zijn
onderricht in de synagoge begint er meteen iemand te krijsen die in de greep is
van een onreine geest. Opvallend is ook dat de onreine geest als een veelheid
aan het licht komt: ‘Wat wilt u van ons, Jezus van Nazareth, bent u gekomen om
ons te vernietigen?”. Jezus verjaagt direct de onreine geest uit de ziel van de
bezetene, er gaat een enorme bevrijdende kracht van hem uit. Ik vraag me af, of
de tegenwoordigheid van Geest, en de eenheid van geestkracht en daadkracht waar
Jezus blijk van geeft, voortkomt uit zijn één zijn met de Vader, en of het juist
niet die eenheid is, die ons bevrijdt van de veelheid van krachten en machten
die de ziel bezet houden, en ons vervreemden van wie wij ten diepste zijn,
kinderen van God. Het verhaal van de beproeving van Jezus in de woestijn en dat
van de genezing van de bezetene in de synagoge van Kafarnaüm doet me denken aan
wat er met je kan gebeuren op de geestelijke weg. De weg naar binnen is een
inkeren in jezelf, een afdalen in de krochten van de ziel. Daar huizen allerlei
onbewuste krachten, die op verborgen en soms verstorende wijze invloed
uitoefenen op je psyche. Voor mijzelf is astrologisch georiënteerd
zelfonderzoek jarenlang de weg geweest om mezelf te doorgronden. Spiritueel
gezien is zelfonderzoek door middel van horoscopie een terugbuigen op jezelf.
Je bekleedt jezelf met de eigenschappen van de wereld, je wordt gelijkvormig
aan de wereld. Je moet sterven aan dit zelfbeeld, deze constructie van het ego.
Je moet uit je centrum getrokken worden, in de ruimte van God. Je moet
leegworden van jezelf om gelijkvormig te worden aan Jezus Christus, om bekleed
te worden met de eigenschappen van God. Aangezien ik verstrikt en opgesloten
raakte in mezelf, moest ik breken met de astrologie. Hierdoor werd ik bevrijd van
de krachten en machten die mij vervreemdden van God en van mezelf. Ik voelde
dat ik door pure genade in de ruimte van God getrokken werd, waar ik tot rust
kwam. Toen ik later, in een versnelling van het mystieke proces, uit mijn
verwarring probeerde te komen door mijn situatie astrologisch te duiden voelde
ik een sterke kracht in mij opkomen, die leek op de kracht waarmee Jezus de
onreine geest uit de bezetene verdreef. Tijdens een vesperviering in de Goede Week, in de Titus Brandsma Gedachteniskerk, ervoer ik dat mijn hart, dat aanvoelde
of het vermorzeld werd, steeds groter werd, en zelfs buiten de begrenzing van
mijn lichaam trad. Er ontstond als het ware een 'hartruimte' waarin ik
verbleef, en die ruimte werd wijder, en wijder, totdat zij, in mijn beleving,
de hele kerk omvatte. Zonder dat ik dat van tevoren wist, werd er op het einde
van de viering een lied van Oosterhuis gezongen, 'Omdat Gij het zijt, groter
dan ons hart', waarin precies verwoord leek te worden, wat er al een tijdje met
mij aan het gebeuren was!
De Geestkracht van God schiep een heilige ruimte in mijn hart, die me doet denken aan het lege midden in de Karmelregel, omgeven door een prachtige gouden cirkel, een krachtige wering tegen alles wat het hart onzuiver maakt. Ook de slotregels van een lied komen in me op: “Wij zijn ontvangen in de ruimte van zijn Naam. Wat zul je dan vervreemden buiten zijn bestaan?”
De Geestkracht van God schiep een heilige ruimte in mijn hart, die me doet denken aan het lege midden in de Karmelregel, omgeven door een prachtige gouden cirkel, een krachtige wering tegen alles wat het hart onzuiver maakt. Ook de slotregels van een lied komen in me op: “Wij zijn ontvangen in de ruimte van zijn Naam. Wat zul je dan vervreemden buiten zijn bestaan?”
GEBED:
Jij, Eeuwige en Ene, die ons bevrijdt van de veelheid van krachten en machten die onze ziel bezet houden, verruim het vermorzelde hart met jouw onmetelijke liefde.