maandag 16 oktober 2017

UITBEELDEN VAN CHRISTUS IN JE EIGEN LEVEN



MATTHEUS 22, 15–22: Belasting aan de keizer?


15 Toen gingen de Farizeeën onder elkaar beraadslagen hoe ze Hem in de val konden laten lopen. 16 Zij stuurden hun leerlingen met de Herodianen op Hem af met de vraag: “Meester, wij weten dat Gij oprecht zijt en de weg van God in oprechtheid leert; en Gij stoort U aan niemand, want Gij ziet de mensen niet naar de ogen. 17 Zegt ons daarom: Wat dunkt U, is het geoorloofd belasting te betalen aan de keizer of niet?” 18 Maar Jezus doorzag hun valsheid en zei: “Waarom probeert gij Mij te vangen, gij huichelaars? 19 Laat Mij de belastingmunt eens zien.” Zij hielden Hem een denarie voor. 20 Hij vroeg hun: “Van wie is deze beeldenaar en het opschrift?” 21 Zij antwoordden: “Van de keizer.” Daarop sprak Hij tot hen: “Geeft dan aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt.” 22 Toen zij dit hoorden, stonden zij verwonderd; zij lieten Hem met rust en gingen heen.

Suggesties voor schriftlezingen

UITBEELDEN VAN CHRISTUS IN JE EIGEN LEVEN

1 Wijsh. 2, 23-24: God maakt ons tot beeld van zijn eeuwigheid

2 Ef. 4, 17-24: Bekleed u met de nieuwe mens

3 Mat. 22, 15-22: Christus uitbeelden in je eigen leven



INLEIDENDE NOTITIES

Wat ik in de tekst gelezen heb.

Jezus wordt door een afvaardiging van leerlingen van de Farizeeërs en van aanhangers van Herodus op de proef gesteld. Zij vragen hem of men belasting mag betalen aan de keizer of niet. Proberen zij hem stroop om de mond te smeren en hem zo minder kritisch te maken door hem aan te spreken als een waarheidslievend en oprecht persoon? Jezus laat zich echter niet strikken door een ja of nee antwoord op deze vraag, en laat een knap staaltje “out of the box” denken zien. Hij zegt dat ze aan de keizer moeten geven wat van de keizer is, en aan God wat van God is. Wat bedoelt hij daar toch mee? Ik vermoed dat Jezus daarmee wil duidelijk maken, dat wij ons niet moeten vereenzelvigen met het beeld dat machthebbers van ons hebben. Zij willen ons omvormen tot gewillige onderdanen. Dat wij voldoen aan verwachtingen die anderen van ons hebben, is niet wie wij ten diepste zijn. Door te hechten aan geld, en maatschappelijk succes vervreemden wij van onszelf. Wij zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. In wezen zijn wij allen kinderen van God. Als wij ons laten raken door de liefde van God, willen we Zijn liefde beantwoorden. Juist door onszelf met hart en ziel te geven aan onze medemens geven wij aan God terug wat van God is. Het uitbeelden van Christus in ons eigen leven is niet een slaafs navolgen, maar een creatief proces wat zich vanuit het diepst van onze ziel voltrekt. In de ogen van God zijn wij allen unieke mensen, die Zijn mensgeworden Woord op geheel eigen wijze tegenwoordig stellen.

Wat de tekst bij mij oproept.

Het lezen van deze tekst leidt bij mij tot herkenning van het proces dat ikzelf heb meegemaakt. Door me te vereenzelvigen met het beeld dat ik van mezelf vormde door succes na te streven op relationeel en maatschappelijk gebied raakte ik vervreemd van mezelf. Pas na een diepgaande crisis die tot een ommekeer in mijn leven leidde, heb ik mezelf teruggevonden als de persoon die ik ten diepste ben, als kind van God. Dit vervult me nog steeds met diepe vreugde, ondanks alle loutering die ik sindsdien heb doorgemaakt.



OVERWEGING: UITBEELDEN VAN CHRISTUS IN JE EIGEN LEVEN

Omdat de Farizeeën in hun twist met Jezus over zijn bevoegdheid telkens klem gezet worden door de gelijkenissen die Jezus hen voorhoudt, sturen ze nu hun leerlingen samen met aanhangers van Herodes op hem af met de vraag “Mag men belasting betalen aan de keizer?”. Als Jezus die vraag met ja of nee beantwoordt, laat hij zich vangen binnen het kader dat de vraag aangeeft. Proberen zij Jezus stroop om de mond te smeren, en hem zo minder kritisch te maken, door hem zijn waarheidlievendheid en oprechtheid voor te houden? Jezus laat echter een knap staaltje “out of the box” denken zien. Hij stelt hen een wedervraag over een belastingmunt die zij aan hem laten zien, en vertelt hen dat ze aan de keizer moeten geven wat van de keizer is en aan God wat van God is. De belastingmunt staat voor identificatie met machthebbers, die ons willen omvormen tot gewillige onderdanen. Jezus wil dat wij die vereenzelviging los laten, dat wij de vervreemding van onszelf ongedaan maken. Hij doet ons beseffen dat wij geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis. Als dragers van Gods beeld zijn wij geroepen tot vrijheid. In de inkeer tot de Grond en Bron van ons bestaan ontvangen wij onszelf, als kinderen van God. Hij kijkt ons liefdevol te voorschijn als de unieke persoon die wij in Zijn ogen zijn. Tot in het diepst van onze ziel geraakt, willen wij Zijn liefde beantwoorden door liefdevolle uitkeer naar de wereld en onze medemens, door onszelf met hart en ziel aan elkaar te geven. Juist in onvoorwaardelijk liefdevolle zelfgave geven wij aan God terug wat van God is. Het uitbeelden van Christus, het mensgeworden Woord van God, in ons eigen leven, is geen slaafs navolgen, maar een creatief proces wat zich vanuit het diepst van onze ziel voltrekt. Wij zijn geen spiegelbeeld van God. God heeft zichzelf lief in ons, maar niet door terug te buigen op zichzelf. Dat geldt ook voor ons. Wij worden niet verliefd op de creaties waarmee wij ons willen laten gelden, maar delen in de scheppingskracht van God, ten bate van de gemeenschap waar wij deel van uitmaken. Wij worden in liefde omgevormd, tot wij doorschijnend worden tot op God. De vervreemding waar Jezus op doelt, herken ik ook wel in mijn eigen leven. Die vereenzelviging met mijn zelfbeeld had te maken met mijn poging om succesvol te zijn in relaties, studie, werk en maatschappelijk leven. Godzijdank is dat beeld totaal aan gruzelementen geslagen. Ik ging failliet aan mezelf door een diepgaande levenscrisis die tot een ommekeer in mijn leven leidde. Ik werd in het diepst van mijn ziel geraakt door de liefde van God met Pinksteren, 21 jaar geleden, bij het overlijden van mijn moeder. Ik werd vervuld met een diepe vreugde. Dit levensgevoel is duurzaam gebleken, door alle loutering heen die ik sindsdien heb ondergaan.

GEBED:

Jij die ons geschapen hebt naar Jouw beeld en gelijkenis, open ons hart voor Jouw goedheid, waarheid en schoonheid.