zaterdag 16 juli 2016

GEDACHTEN BIJ HET KARMELFEEST 




Elk jaar herdenken wij op 16 juli dat de karmeliet Simon Stock een verschijning kreeg van de Heilige Maagd Maria. Zij gaf hem een scapulier. Maria beloofde bijzondere zegen voor allen die in de loop der eeuwen haar scapulier zouden dragen. Het Karmelfeest doet ons beseffen dat de Karmel een orde met een sterke Mariale inslag is. Niet voor niets worden Karmelieten ook wel Broeders en Zusters van Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel genoemd. Nu zijn er wel meer religieuze orden die een bijzondere toewijding aan de Maagd Maria kennen. Toch zijn er drie voor de Karmel specifieke hoedanigheden van Maria. In de tijd dat de Karmelieten nog verbleven op de berg Karmel werd Maria ook wel Patrona en Domina Loci genoemd, Vrouwe van de Plaats. Toen zij noodgedwongen moesten uitwijken naar Europa, en zich in de steden vestigden als mendicanten, kwam een andere benaming in zwang, nl. Virgo Purissima, Allerzuiverste Maagd. En vanaf de 16e eeuw was er de Scapulier-Madonna, die vrijwaart van de hel en bevrijdt uit het vagevuur. 
Deze drievoudige benaming van Maria wordt bij mij ook opgeroepen in het bidden van het Weesgegroet. Het Weesgegroet bestaat uit een drievoudige begroeting van Maria. De aartsengel GabriĆ«l groet haar van Godswege: “Wees Gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met U”. Met Maria deelt Elisabeth in de vreugde om de Zoon: “U bent de gezegende onder de vrouwen, en gezegend is Jezus, de vrucht van uw schoot”. Tenslotte zijn wij het, die een beroep doen op Maria als baken in nood: “Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons zondaars, nu en in het uur van onze dood, amen”. Voor mij is het Weesgegroet steeds meer een drievoudige ontmoeting met Maria als Vrouwe van de Plaats, van de Inwoning Gods; als Allerzuiverste Maagd die mij helpt niet terug te buigen op mezelf; en als Scapulier-Madonna, die mij bijstaat en beschermt in uren van nood en dood.